Alles over Congenitale Melanocytaire Nevus
Wat is een Congenitale Melanocytaire Nevus (CMN)?
Naevus (of nevus; meervoud nevi of naevi) betekent ‘moedervlek’. Het is een verzamelnaam voor vrijwel alle moedervlekken, ongeacht de vorm, kleur en grootte.
- Als een moedervlek bij de geboorte aanwezig is, wordt deze aangeboren of congenitaal
genoemd. Eén op de vijftig tot honderd mensen wordt geboren met een kleine CMN. - Als een moedervlek ontstaat doordat een cel pigment aanmaakt, heet die moedervlek een gepigmenteerde nevus of melanocytaire nevus.
- CMN kunnen enorm in grootte variëren, van kleine ter grootte van een speldenknop, tot grote varianten die een groot deel van het huidoppervlak bedekken. Hele grote CMN worden ook wel reuzenmoedervlekken genoemd (in het Engels: ‘giant nevi’). Deze komen naar schatting voor bij één op de twintigduizend geboortes. Hoe groter de moedervlekken, des te zeldzamer ze zijn.
Hoe ziet een CMN eruit?
Elke CMN is uniek. Mensen van elke etniciteit en met elke huidskleur kunnen ermee geboren worden.
Een CMN groeit over het algemeen mee met de huid en blijft in dezelfde verhouding tot het kind. Anders gezegd: de CMN bedekt meestal naar verhouding hetzelfde lichaamsoppervlak als bij de geboorte het geval was. Dat kan bijvoorbeeld een deel van een ledemaat zijn of een groot deel van de rug. Niet alle delen van het lichaam groeien even hard; het hoofd groeit bijvoorbeeld het minst snel en de benen het snelst. De uiteindelijke afmeting van een CMN kan dan ook voorspeld worden door naar de grootte bij geboorte en de locatie op het lichaam te kijken.
Zeldzame uitzonderingen hierop zijn zogeheten “tardieve” CMN. Deze CMN worden pas na de geboorte zichtbaar en lijken daarom als het ware te groeien. In sommige gevallen is een gedeelte van de reuzenmoedervlek in eerste instantie erg licht van kleur, waarna dit deel binnen enkele maanden na de geboorte donkerder wordt. Ook dan kan het lijken alsof de CMN groeit.
Plaats:
Een CMN kan op elk gedeelte van de huid voorkomen, inclusief de handpalmen, voetzolen en hoofdhuid en zelfs in de mond (slijmvliezen).
Kleur:
De kleur is meestal bruin tot zwart. Soms kan een reuzenmoedervlek ook roodachtig zijn. Binnen een CMN zijn vaak meerdere kleurenschakeringen te zien, met kleinere gedeeltes met verschillende kleuren tegen een uniform gekleurde achtergrond. Bij de geboorte is een CMN vaak diepzwart of zelfs donkerpaars/-rood gekleurd vanwege de vele bloedvaten die door de dunne huid schijnen. Als het kind groeit, kan de kleur veranderen. De moedervlek kan lichter worden, maar ook donkerder, met name als moedervlekken eerst licht van kleur of gespikkeld waren. Het lichter worden lijkt vaker voor te komen bij kinderen met blond of rood haar en een blanke huid, dan in degenen met donkerder haar en huid.
Beharing:
Uit CMN groeien meestal haren die opvallen. Vaak is dit bij de geboorte nog niet zichtbaar, en dat kan soms zo blijven. De haarkleur kan donkerder zijn dan het hoofdhaar van het kind, het kan dezelfde tint hebben of in de minderheid van de gevallen kan het lichter van kleur zijn. Als een CMN bovenop het hoofd zit, is meestal sprake van weelderige haargroei op de moedervlek en bovendien groeit het haar er sneller dan op de rest van de hoofdhuid. Op een CMN elders op het lichaam, klein of groot, kan ook haar groeien. Dit haar is duidelijk zichtbaar en heeft vaak een grote dichtheid.
In sommige gevallen is een reuzenmoedervlek volledig onbehaard, dit kan zelfs op de hoofdhuid voorkomen. Ook kunnen CMN gedeeltelijk haarverlies vertonen of pigmentloze (grijze of witte) haren hebben.
Structuur:
De structuur van CMN wijkt vaak af van die van normale huid. De huid van een CMN is vaak losser, gerimpelder en kwetsbaarder. De CMN kan vlak zijn, maar ook sterk geplooid of kan (onderhuidse) bulten vertonen.
Aantal:
Het totale aantal zichtbare CMN kan na de geboorte toenemen, maar dit hoeft niet. Als dit wel het geval is, gebeurt dat vaak tijdens de eerste levensjaren. Erna neemt de verschijningsfrequentie van nieuwe moedervlekken af. Het gaat dan altijd om relatief kleine nevi. Deze worden ook wel ‘satellieten’ genoemd. Artsen beschouwen deze ‘nieuwe’ nevi ook als tardief, dat wil zeggen dat ze bij de geboorte als niet-gepigmenteerde CMN wel aanwezig waren. Deze satellietnevi komen eerder voor bij kinderen met hele grote CMN en/of met meervoudige CMN. Deze nieuwe kleine moedervlekken geven op zichzelf geen reden tot zorg.
Wat veroorzaakt reuzenmoedervlekken?
CMN wordt veroorzaakt door een genetische mutatie in het begin van de zwangerschap. Onderzoek naar de moleculaire en embryonale oorzaak van CMN heeft de laatste tijd grote sprongen vooruit gemaakt. In de toekomst zullen we hier samenvattingen van deze research publiceren. Voor zeer gedetailleerde informatie kunt u contact opnemen met een patiëntenvereniging voor presentaties van de 2013 CMN Expert Meeting of inzage in andere publicaties die interessant voor u kunnen zijn. Een alternatief is een bezoek aan de RE(ACT) website voor publicaties over zeldzame aandoeningen, waaronder reuzenmoedervlekken.
Medische uitdagingen
Huidproblemen
Kwetsbaarheid:
Veel CMN zijn gevoeliger dan normale huid, met name bij pasgeborenen. De huid kan daarom sneller kapot gaan, bijvoorbeeld na een valpartij. Moedervlekken bloeden echter niet meer dan normale huid, en ze genezen meestal goed met minimale littekens. Behandelen als elk ander oppervlakkig schaafwondje of wondje op niet-naevushuid: schoonmaken met water (wees voorzichtig met zeep), insmeren met een (desinfecterende) zalf en afdekken met een gaasje.
Droogheid:
Soms zijn CMN droger dan de omliggende huid. Het is dan raadzaam de naevushuid zonder zeep te wassen en de huid regelmatig in te smeren met crème om uitdroging te voorkomen (uw arts kan u hierover advies geven). Incidenteel jeuken CMN heel erg. Oorzaken kunnen zijn: een droge huid, een droge omgeving, een te vette crème ter behandeling van de droge huid, eczeem in de CMN en soms zonder verklaarbare reden (er wordt momenteel onderzoek naar gedaan). De jeuk is meestal te verlichten met crèmes en zalfjes die op recept verkrijgbaar zijn. Het kan helpen om er een cold pack tegenaan te houden, een bad met zemelen, maiszetmeel (Maïzena) of havermout te nemen of met vibraties.
Afname van onderhuids vet:
Bij grote CMN kan er sprake zijn van een dunnere vetlaag. Om de een of andere reden verstoort de aanwezigheid van een reuzenmoedervlek dan de vorming van de vetlaag die normaal gesproken tussen de huid en de onderliggende spieren en botten zit. Daardoor lijkt de CMN dieper te liggen dan de rest van de huid. Ook kunnen bijvoorbeeld een ledemaat, bil of zijkant van het gezicht dunner zijn. Dit dunnere gebied functioneert wel normaal. Bijvoorbeeld: met de kracht van een dunner been zal niets mis zijn, omdat de dunheid is te wijten aan minder vet en niet aan minder spieren.
Afwezigheid van zweetklieren:
Reuzenmoedervlekken of CMN met veel knobbels bevatten soms minder zweetklieren. Iemand met minder zweetklieren kan oververhit raken tijdens warme dagen of bij het sporten.
Een goede tip is om de huid vochtig te houden, bijvoorbeeld met een natte hoed, een nat T-shirt of waterspuitfles. Dit vervangt transpireren door verdamping op het huidoppervlak. Overigens kunnen andere lichaamsdelen ter compensatie meer zweten, dus het is belangrijk om ook de innerlijke vochthuishouding op peil te houden door veel water te drinken.
Neurologische problemen
In zeldzame gevallen kan zich bij mensen met CMN een ernstige complicatie voordoen in de hersenen of het ruggenmerg. In het jonge embryo ontwikkelen huidcellen zich vanuit dezelfde cellen als hersenvliescellen. Pigmentcellen kunnen daarom ook op de hersenvliezen terechtkomen. Ongeveer één op de vijftien à twintig mensen met grote en zeer grote reuzenmoedervlekken hebben extra pigmentcellen in de hersenen of het ruggenmerg. Dit kan soms leiden tot afwijkingen in de hersenen of het ruggenmerg die ‘neurocutane melanocytose’ heet, afgekort tot NCM. Vroeger kwam in studies vaak de term ‘melanose’ voor. Melanocytose betekent meer pigmentcellen, en melanose meer pigment. Zonder nader medisch onderzoek is het verschil lastig vast te stellen. Andere, veel zeldzamere problemen zijn kwaadaardige zwellingen of cysten in de hersenen of het ruggenmerg, teveel vocht in de hersenen (waterhoofd, of ‘hydrocephalus’) of een abnormale hersenstructuur.
Al deze neurologische problemen komen meer voor in combinatie met grotere en/of meer talrijke reuzenmoedervlekken, maar ze staan op zich los van de plaats waar de CMN zich bevindt. Met andere woorden: een reuzenmoedervlek die de huid over de hersenen of het ruggenmerg bedekt, vergroot niet de kans op neurologische problemen.
Moet iemand met een CMN een MRI ondergaan?
De aanbeveling is om alleen bij het bestaan of ontstaan van neurologische afwijkingen een MRI van de hersenen en het ruggenmerg te maken, inclusief series met contrasttoediening. De MRI dient beoordeeld te worden door een neuroradioloog die op de hoogte is van het bestaan van NCM. Kinderen met tekenen van NCM op de MRI dienen verwezen te worden naar een academisch centrum (bij voorkeur een kinderneurologisch centrum) waar men ervaring heeft met NCM.
Bij kinderen zonder neurologische klachten wordt bij voorkeur geen MRI-onderzoek verricht. Dit is op de eerste plaats om de kinderen niet te belasten met onnodig onderzoek. MRI-onderzoek van hersenen en ruggenmerg bij jonge kinderen dient namelijk onder narcose plaats te vinden. Ten tweede is een MRI een momentopname: de scan zegt iets over de actuele situatie en niet over bijvoorbeeld toekomstige ontwikkelingen in het lichaam. Als er geen klachten zijn, maar wel afwijkingen op de MRI worden gezien, hoeft dat niet te betekenen dat het kind hier ooit symptomen van krijgt. Andersom geldt hetzelfde: bij geen afwijkingen op de MRI zegt dat niets over het feit of het kind later wel of geen NCM ontwikkeld.
In andere landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde staten, wordt vaak een routine-MRI-scan op jonge leeftijd gemaakt. Dit komt voort uit een andere (medische) cultuur. Het is belangrijk dit in het achterhoofd te houden bij het lezen van informatie op internet, bijvoorbeeld op buitenlandse websites of in social media. De minimale eisen waaraan een MRI moet voldoen zijn hier te downloaden en eenvoudig af te drukken.
De kans dat op een MRI-scan van de hersenen en het ruggenmerg afwijkingen zijn te zien als het kind grote of meervoudige aangeboren reuzenmoedervlekken heeft, kan wel 25% zijn. Slechts in de helft van deze gevallen is er sprake van neurologische problemen. Symptomen om op te letten: epileptische aanvallen, ontwikkelingsachterstand, coördinatieproblemen van de ledematen, vaak overgeven, hoofdpijn die niet te herleiden is tot een infectie of koorts, op de tenen lopen of ’s nachts niet zindelijk worden. Dit kunnen signalen zijn voor afwijkingen aan de hersenen of het ruggenmerg. Echter: deze symptomen kunnen vaker voorkomen bij kinderen en hoeven op zichzelf geen reden tot ongerustheid te zijn.
Pigmentcellen in de hersenen of op het ruggenmerg zijn niet te verwijderen. De epilepsie die soms samengaat met NCM, reageert vaak wel op conventionele medicatie en operaties. Dit geldt ook voor het tethered cord syndroom en cysten.
We raden aan om met kinderen met reuzenmoedervlekken die groter zijn dan twintig centimeter bij volwassen leeftijd, of bij kinderen met veel kleine moedervlekken regelmatig een arts te bezoeken om de neurologische ontwikkeling te volgen. Voor een kind met neurologische symptomen, is een MRI-scan aan te bevelen.
Deze neurologische problemen doen zich niet voor bij volwassenen met CMN als zij hier als kind geen last van hebben gehad.
Melanoom (huidkanker)
Melanoom is een vorm van huidkanker van de melanocyten (de huidcellen die pigment produceren en waar een CMN uit bestaat). Voorheen werd gedacht dat een melanoom veel voorkwam bij mensen met CMN. Inmiddels weten we dat dit niet zo is: bij ongeveer één tot twee procent van alle mensen met CMN komt het voor, gemeten over hun hele leven. Echter, het risico is groter voor mensen met zeer grote CMN en/of heel veel aangeboren CMN. In deze groep neemt de kans toe tot wel tien procent, waarbij het risico het grootst is in de kindertijd. Voor het inschatten van deze risico’s is het belangrijk te realiseren dat iemand zonder CMN gedurende heel zijn of haar leven een risico van veertig procent heeft om een vorm van kanker te krijgen, maar dan wel vaak op oudere leeftijd.
Bij mensen met CMN kan een melanoom in de moedervlek ontstaan, maar ook op andere plaatsen. Ook beperkt het ontstaan van een melanoom zich niet tot kinderen. Het kan verschijnen als een bobbel in de moedervlek of op een andere plek op de huid en bevindt zich vaak diep in de (naevus)huid. Een melanoom wordt zelden tot nooit aangetroffen in een satellietnaevus. Een melanoom kan ook in de hersenen of het ruggenmerg ontstaan. Symptomen die daarbij zouden kunnen optreden zijn symptomen zoals van elke zwelling in de hersenen, bijvoorbeeld hoofdpijn, misselijkheid/braken, verstoring van het zien, balansproblemen of epileptische aanvallen, maar kunnen ook subtiel zijn.
Als een melanoom optreedt bij iemand met CMN, is helaas vaak sprake van een agressieve variant die lastig te behandelen is. Daarom raden wij aan om elke snel veranderende plek door een ervaren dermatoloog te laten onderzoeken. Hij of zij kan beslissen of een biopsie nodig is. Knobbels of bobbels en kleurveranderingen komen vaker voor bij CMN en zijn meestal onschuldig. Regelmatige controle, fotografie van de moedervlekken en dermatoscopie (soort microscoop op de huid) kunnen helpen een melanoom in een vroeg stadium ontdekken. Bij twijfel kan een biopt (stukje huid) worden genomen, hoewel ook een patholoog niet altijd een melanoom met zekerheid kan vaststellen.
Psychologische uitdagingen
Mensen met CMN zien er anders uit en zijn daardoor kwetsbaarder om buitengesloten of gepest te worden. Anderen kunnen naar hen kijken, staren en wijzen of over hen fluisteren.
Voor sommige patiënten is het lastig om te gaan met hun CMN, vooral de tienerleeftijd kan lastig zijn. In hoeverre het hebben van een CMN invloed heeft op het geestelijk welzijn hangt voor een groot deel af van het karakter van het kind en de steun die het van ouders, familie en vrienden krijgt. Problemen kunnen zich bijvoorbeeld uiten als nervositeit, depressie of een laag zelfvertrouwen.
Soms hopen familieleden dat een CMN zal vervagen en de medische zorgen en uitdagingen zullen verdwijnen. Een CMN kan wel lichter worden naarmate een kind ouder wordt, maar echt verdwijnen zal de vlek niet, evenals de medische consequenties. Niet alleen de persoon met de CMN, maar ook familie heeft vaak tijd nodig om hieraan te wennen.
In Nederland werken we er momenteel aan artsen alert te maken op mogelijke psychosociale problematiek en laagdrempelige verwijzing naar een psycholoog mogelijk te maken. Het zou ideaal zijn als we iedereen met CMN en hun ouders zouden kunnen begeleiden gedurende zijn/haar jeugd. In het buitenland bieden enkele grote ziekenhuizen de mogelijkheid tot begeleiding (Great Ormond Street Hospital, Londen; Hôpital Necker – Enfants Malades, Parijs; Kinderspital, Zürich) van CMN-patiënten en hun families. In Nederland is veel expertise aanwezig in het Erasmus MC-Sophia in Rotterdam en het AMC in Amsterdam.
Stichting Eigen Gezicht is een vereniging die zich inzet voor alle mensen met een ‘ander’ uiterlijk. Zij hebben zeer bruikbare folders op hun website www.eigengezicht.nl. In Groot-Brittannië heet deze organisatie ‘Changing Faces’; zij hebben deze folders als downloads in het Engels op www.changingfaces.org.uk. De Britse patiëntenvereniging voor mensen met CMN heeft deze folders geschikt gemaakt voor mensen met CMN; deze zijn hier te downloaden op de site van Caring Matters Now.
Behandelmethodes
Welke behandelmethodes zijn mogelijk? De behandelmethoden lopen erg uiteen en de resultaten zijn zeer verschillend. Ook verschillen de voorkeuren per land. Aan alle behandelingen zitten voor- en nadelen.
Veel mensen met reuzenmoedervlekken hebben ook last van jeuk en er kunnen makkelijk wondjes ontstaan op de kwetsbare huid. Crèmes en zalven kunnen de klachten verlichten. Het is belangrijk om te weten dat er geen crèmes, lotions of andere huidproducten zijn die een moedervlek kunnen verwijderen. (Er zijn huidproducten die irritaties kunnen veroorzaken of de huid beschadigen. “Bleekmiddelen” worden sterk ontraden, die zijn te agressief en soms toxisch.)
Echter, via deze federatie (Naevus Global) zijn patiënten over de wereld met elkaar verbonden. Zij zetten zich in voor verder onderzoek. We zouden graag meer en betere behandelmethoden willen hebben!
Controle van de reuzenmoedervlek
De keuze om een CMN te verwijderen is een beslissing die genomen wordt na consultatie van liefst meer dan één vertrouwde behandelaar. Veel mensen met een CMN, of hun gezinnen als de persoon te jong is om te beslissen, geven de voorkeur aan niet behandelen, met gegronde redenen.
CMN verwijderen
Bij kleine CMN wordt de vlek weggesneden en de huid eromheen wordt naar elkaar toegetrokken en gehecht. Bij grote CMN moet gezocht worden naar vervanging van de huid. Huid van een andere plek op het lichaam kan hiervoor gebruikt worden (grafting), of huid naast de CMN kan opgerekt worden en over de weggehaalde huid geplaatst worden (met tissue expanders). Er zijn veel factoren waar de plastisch chirurg rekening mee moet houden. Het beste kan een plastisch chirurg behandelen met ervaring op het gebied van reuzenmoedervlekken. Goed om te weten: dit onderwerp en alle mogelijke behandeltechnieken worden in deze samenvatting niet uitvoerig beschreven.
Wij adviseren om meerdere professionele meningen te vragen en ook door te vragen over pijnbestrijding, alvorens een beslissing te nemen over opereren.
Lasertechnieken zijn succesvol voor vele imperfecties, maar kunnen niet een reuzenmoedervlek verwijderen. Lasers kunnen de opperhuid van een CMN beschadigen en daarom wordt zo’n behandeling soms geadviseerd door medici. Sommige mensen rapporteren succesvolle resultaten in de vorm van minder pigmentatie door de laserbehandeling, anderen zien matige resultaten. Als een CMN niet in de volledige diepte verwijderd wordt, ongeacht de gebruikte techniek, heeft deze moedervlek de neiging om nieuwe pigmentcellen aan te maken. Na verloop van tijd wordt de CMN weer zichtbaarder. Laserbehandelingen bij kinderen gebeurt onder narcose.
Laserbehandelingen om haargroei te verminderen leveren soortgelijke vragen op, namelijk of de omliggende huid te veel wordt blootgesteld aan laserlicht of beschadigd wordt door de hitte van de laser. Er zijn mensen met CMN die tevreden zijn over deze techniek. Meerdere behandelingen zijn nodig. Elektrolyse is pijnlijk en daarom niet geschikt voor grotere oppervlakken. De minst agressieve behandeling om haargroei tegen te gaan is afscheren met een elektrisch scheerapparaat en de huid goed insmeren met een vocht inbrengende crème. Ontharingscrèmes kunnen beter niet gebruikt worden, omdat ze de huid kunnen irriteren. Scheren heeft geen effect op het aantal haren en de dikte van de haargroei.
Tot slot is het belangrijk om te beseffen dat een CMN nooit verwijderd kan worden zonder een litteken achter te laten. Om het littekenweefsel zo klein mogelijk te houden, wordt geadviseerd om de ingreep door een plastisch chirurg met ervaring uit te laten voeren. Littekenweefsel zou later ook nog behandeld kunnen worden. Het is dus goed om voor langere periode contact met een plastisch chirurg te hebben.
Omgaan met neurologische symptomen
In het geval van neurologische complicaties dient een neuroloog een aanpak op maat op te stellen, om het kind met neurologische beperkingen of belemmeringen om te laten gaan.
Leven met een reuzenmoedervlek
Zonbescherming
Mensen met CMN kunnen en zouden een normaal leven moeten leiden. Mensen met CMN, en vooral kinderen met CMN, hebben goede zonbescherming nodig (net als alle kinderen). Vooral het verbranden moet vermeden worden. Het vermijden van de zon en het dragen van kleding die tegen de zon beschermt, is effectiever dan zonnebrandcrème. De beste zonnebrandcrèmes werpen een reflecterende dam op, bijvoorbeeld met titaniumoxide. Gebruik een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (SPF), liefst 25 of hoger, en een hoge UVA-bescherming als deze vermeld staat. Zonnebrandcrème moet om de twee uur opgebracht worden en vaker als er gezwommen of veel gezweet wordt.”
Vermijden van de zon:
Mensen met CMN wordt geadviseerd om de zon te mijden gedurende de heetste uren van de dag en de warmste dagen van het jaar.
De warmste momenten van de dag zijn tussen 10.00 en 16.00 uur. Op het noordelijk halfrond zijn de warmste maanden april tot oktober. Op het zuidelijk halfrond zijn oktober tot april de maanden om op te passen met de zon.
- UV-straling is sterker bij water of sneeuw, daarom zijn extra voorzorgsmaatregelen nodig bij buiten zwemmen en skiën.
- De zon is gevaarlijker in hogere luchtlagen (bergen).
- De zon is ook bij bewolkt weer schadelijk.
- Schaduw biedt minder bescherming bij het water en sneeuw of in bewolkt weer, omdat zonnestralen in de schaduw weerkaatst worden.
- Het verhoogde risico op huidkanker geldt voor het hele lichaam, niet alleen voor de CMN.
Wat is goede hulp voor iemand met een CMN?
In het kort: ga op zoek naar betrouwbare informatie.
Als u de ouder bent van een pasgeboren baby met een reuzenmoedervlek, kunt u overspoeld raken met informatie. Niet alle informatie zal relevant zijn, en het kan ook zijn dat u met vragen blijft zitten waar misschien niemand antwoord op heeft. Maak uzelf vertrouwd met uw kind en zijn/haar moedervlek en creëer een liefdevol en veilig thuis. Bepaal dan wat uw (meest dringende) vragen zijn en ga vanaf daar verder.
Als u zelf een reuzenmoedervlek heeft, wist u misschien nog niet dat die een naam heeft of zelfs dat er anderen zijn met een reuzenmoedervlek. Mensen met reuzenmoedervlekken zijn over de hele wereld te vinden, u kunt ze ontmoeten en van ze leren.
Een goede manier om in contact te komen met de vele anderen ter wereld die weten wat u doormaakt is door u aan te sluiten bij een (landelijke) patiëntenvereniging. Nederland heeft een eigen patiëntenvereniging, te weten Nevus Netwerk Nederland (NNN). In België is er Flying For Lily NaevusBe. Bij de patiëntenverenigingen kunt u onder andere terecht voor informatie en lotgenotencontact, welke zeer waardevol zijn gebleken. Als uw land geen vereniging heeft kunt u zich aansluiten bij een groep uit een land van uw voorkeur. Voor een overzicht van online groepen en websites van patiëntenverenigingen klikt u hier.
U staat niet alleen! Wij zijn er voor u en we hebben meegemaakt wat u nu meemaakt.
Op onze Naevus Global website is veel aanvullende informatie te vinden, net zoals op de websites van de aangesloten patiëntenverenigingen.
Voor de informatie op deze pagina’s danken wij Veronica Kinsler, M.D., Ph.D.; Heather Etchevers, Ph.D.; Harper Price, M.D.; Céline Eggen, M.D.; Caring Matters Now; Children of Light; Nevus Outreach, Inc. Deze website kan nooit in de plaats komen van persoonlijk medisch advies. Neem voor dergelijk advies altijd contact op met een arts, zowel voor uzelf als voor uw kind.